Opbrengsten zijn zaken die de kwaliteit van ons onderwijs in beeld brengen. Op school onderscheiden wij veel verschillende opbrengsten. Om de cognitieve ontwikkeling van kinderen goed te kunnen volgen maken wij naast observaties en tussentijdse en diagnostische toetsing ook gebruik van methodeonafhankelijke toetsen. De methodeonafhankelijke toetsen zijn naast de dagelijkse observaties, portfolio- en coachgesprekken onder andere een graadmeter op basis waarvan wordt bepaald welke kinderen extra workshops, oefentijd of specifieke leerstof krijgen. Twee keer per jaar maken wij een analyse op kind-, groeps-, unit- en schoolniveau waarin ook de ontwikkelingsgebieden leren leren, sociaal en emotioneel worden meegenomen. Andere opbrengsten zijn bijvoorbeeld veranderingen die we zien wanneer de betrokkenheid en het welbevinden van een kind hoger is geworden. Of als kinderen of een medewerker een individueel gesteld doel hebben behaald.

Wij geloven dat je je pas kunt ontwikkelen als je je veilig voelt. Ieder kind heeft een portfolio waarin alle ontwikkelgebieden gevolgd worden. Jaarlijks wordt de sociale veiligheidsmonitor ingevuld door de kinderen van groep 6 t/m 8. De uitkomsten van deze monitor wordt samen met de kinderen geanalyseerd en hier worden acties op ingezet. Afgelopen jaar waren de kinderen op onze school tevreden over de lessen die worden gegeven door het team. Over het algemeen was er een hoge tevredenheid bij de kinderen op onze school.

Uitstroomgegevens

Resultaten in een meerjarig perspectief

Analyse van de resultaten vindt niet alleen plaats op kind-, groeps- en unitniveau, maar ook op schoolniveau. De resultaten worden gelegd naast de doelen van de school en vergeleken met de resultaten uit voorgaande jaren. De trends zijn bepalend voor eventuele bijstelling van het schoolbeleid.

Resultaten doorstroomtoets en schooladvies

Vanaf 2020 wordt er gesproken over referentieniveaus als we het hebben over opbrengsten voor rekenen en taal. De doorstroomtoets meet voor de Nederlandse taal en rekenen: Hoeveel procent van de kinderen met de doorstromtoets het basisniveau heeft gehaald (fundamentele niveau) en hoeveel procent van de kinderen met de doorstroomtoets het streefniveau heeft gehaald. Dit is een hoger niveau dat de kinderen kunnen behalen. Het fundamentele niveau (basisniveau) en het streefniveau (hogere niveau) worden ook wel de referentieniveaus genoemd. Ze zeggen dus welk niveau de kinderen op de school hebben gehaald op de gebieden taal en rekenen. Om te kijken of de school voldoende of onvoldoende heeft gescoord, worden ze vergeleken met signaleringswaarden van de Inspectie van Onderwijs.

Wat zijn signaleringswaarden?

Hoeveel procent de school minimaal moet halen op de beide niveaus ligt vooraf vast. Deze percentages worden namelijk door de Inspectie van Onderwijs bepaald. De minimale scores worden signaleringswaarden genoemd. Wanneer het percentage kinderen op de school voor zowel het fundamentele niveau als het streefniveau op of boven de signaleringswaarden liggen, zijn de resultaten in dat schooljaar voldoende.

We behaalden 97% voor 1F-niveau (norm is 85%) en op 1S/2F-niveau behaalden we 57,6% (norm is 33,9%). Onze resultaten sluiten aan bij de gestelde ambities van de school. De afgelopen jaren scoort onze school boven het landelijk gemiddelde.